Met boeken gaat er een wereld open
Een goede voorlezer is goud. Als die dan ook nog eens op wekelijkse basis naar je toekomt, omdat je zelf niet zo thuis bent in boeken, dan is dat een lot uit de loterij. De VoorleesExpress komt thuis bij gezinnen met een taalachterstand. Voorlezer Yuba Zalen: ‘Met lezen gaat er een wereld open voor kinderen. Het maakt ze weerbaar en helpt ze hun identiteit te ontwikkelen.’
Het recept is simpel, de uitkomst waardevol. De VoorleesExpress koppelt vrijwilligers voor een periode van een half jaar aan een gezin met jonge kinderen en bevordert daarmee zowel de geletterdheid als de sociale cohesie. In 2006 begonnen zussen Anne en Marieke Heinsbroek met een pilotprogramma in Kanaleneiland in Utrecht. Wegens succes werd het project stap voor stap landelijk uitgerold en nu wordt er voorgelezen in ruim tweeduizend gezinnen en zetten zo’n wekelijks langskomt en halverwege het traject het gezin ook een keer meeneemt voor een bibliotheekbezoek. Ouders worden bij het voorlezen betrokken, zodat het een vast ritueel binnen het gezin wordt. Maar minder is ook al winst. Zalen: ‘Je haalt mensen uit hun leesisolement, brengt ze in contact met boeken. Dat brengt wat teweeg.’ Voor het raam van de koffiekamer staat een vriendinnengroepje, een van de meisjes begint plotseling te zwaaien. Zalen: ‘Hé kijk, dat is Miryam, de zus van Ilias, de jongen die ik nu voorlees. Ze is eigenlijk een beetje collega van mij! Voor haar neem ik ook altijd boeken mee. Ik probeer haar bij het voorlezen te betrekken, zodat zij het straks van mij overneemt.’
Geen gezinscoach
Het huidige voorleesgezin van Yuba Zalen is van Marokkaans- Berberse afkomst, net als hijzelf. Maar dat is toeval. ‘Mijn vorige gezin was Chinees, met een jongen van vijf jaar en een meisje van drie. Ik ontdekte later dat de jongste een achterstand had in taalontwikkeling, en ben toen overgestapt op voelboeken en doeboeken.’ Je kunt veel bereiken als voorlezer, maar het is ook erg intensief. Het vereist concentratie en verantwoordelijkheid, vindt Zalen. ‘Soms is het moeilijk een scheiding te maken tussen opvoeden en voorlezen. Dan peil ik even: kom ik niet op het territorium van de ouders? Je moet wel uitkijken dat je geen gezinscoach wordt. Bij het Chinese gezin speelde bijvoorbeeld een juridische kwestie. Ik heb geholpen met vertalen en de moeder ook doorgestuurd naar het juridisch loket. Ik realiseerde mij: over een jaar ben ik er niet meer voor ze. Dan moet je ook die positie niet innemen.’ Ook zijn huidige voorleesgezin kampt met een taalachterstand. De zevenjarige Ilias is in Nederland geboren en vindt voor lezen erg leuk, maar heeft moeite met zelf lezen. ‘Hij vecht nog tegen letters,’ zegt Zalen. ‘In het begin kwam ik met samenleesboeken, maar dat was te hoog gegrepen. Toen heb ik een overstap gemaakt naar prentenboeken. Als zijn concentratie afneemt, wissel ik af met Donald Duck junior en kijkboeken.’ Op de jeugdafdeling sprokkelt hij voor vertrek nog snel een stapel voorleesmateriaal bijeen: tijdschriften en lees- en prentenboeken voor Ilias, Mees Kees voor Miryam.
Archeoloog
Als hij om zes uur ’s avonds bij het gezin aanbelt is Ilias al in pyjama. Vader begroet Zalen hartelijk en begeleidt hem naar boven. Ilias nestelt zich in zijn bed, dat de vorm heeft van een grote blauwe auto, en bekijkt gretig de stapel boeken die zijn voorlezer heeft meegebracht. ‘Eerst de boeken van vorige week,’ zegt Zalen. ‘Welke heb je gelezen? Zal ik deze dan weer mee terugnemen?’ Dan kan het werk beginnen. Zalen blijkt een expressief en onvermoeibaar voorlezer. Hij wisselt regelmatig van boek en zorgt dat de spanningsboog strak blijft. Moeiteloos schakelt hij van Vos en Haas naar Telfeest en zoekt hij mee naar poppetjes in Waar is Wally?. Ondertussen stelt hij vragen, legt hij grapjes uit en zorgt ervoor dat ook de tijdschriftpuzzels worden gemaakt. Voor Geronimo Stilton blijkt haast een woordenboek nodig. ‘Weet je wat een rector is? En een aula? En een archeoloog? Die zoekt naar oude dingen onder de grond.’ Ilias: ‘Oooh... dat is een soort schatzoeken! Ik weet het: dan kun je botten vinden van mensen of van dinosauriërs.’
Draakje slaapt
Als Ilias mag kiezen tussen het Dolfje Weerwolfje-tijdschrift en Donald Duck junior, wordt het moeilijk. ‘Allebei,’ beslist hij. ‘Ilias!’ corrigeert zijn vader hem. Bij het laatste prentenboek van de stapel, Heimween van Dirk Nielandt en An Candaele, waarin een draakje bij oma gaat logeren en naar huis verlangt, kruipt Ilias steeds dieper onder zijn dekbed en zakt langzaam in slaap. ‘Als de draak slaapt, dan kan hij geen vuur spuwen,’ piept hij nog onder de dekens vandaan. ‘Ik ben nooit zo goed in het in de gaten houden van de tijd,’ verontschuldigt Zalen zich als we weer buiten staan. Hij heeft anderhalf uur non-stop voorgelezen, tweemaal zolang als de bedoeling was. Te enthousiast misschien, denkt hij achteraf, maar Ilias had er zo veel plezier in. ‘Ik heb zelf tot mijn elfde in Marokko gewoond,’ vertelt Zalen terwijl we terugrijden naar de bibliotheek. ‘Daar ben ik nooit voorgelezen. Ik las vooral sprookjes, die ik dan op de terugweg van de winkel vaak al uit had. Mijn moeder stelde toen aan de boekwinkel voor of ik de boeken voor de helft van de prijs kon krijgen, als ik ze weer zou terugbrengen. Later hoorde ik dat er in Nederland gebouwen waren waar je met een pasje boeken kon lenen!’ Dat in een land dat zulke prachtige faciliteiten aanbiedt, lezen een negatief imago heeft, is echt zonde, zegt hij hoofdschuddend. Er valt nog veel te winnen. ‘Goed kunnen lezen maakt kinderen weerbaar en het helpt ze hun identiteit te ontwikkelen. Ik denk dat veel problemen in de samenleving voorkomen zouden kunnen worden als we allemaal een sterke identiteit hadden.’ •••
De VoorleesExpress is een initiatief van SodaProducties, www.voorleesexpress.nl
Dit artikel verscheen eerder in Lezen, jaargang 6, nummer 2 2013